Praktijkonderwijs

Het onderwijs

Het praktijkonderwijs richt zich op leerlingen van twaalf tot negentien jaar die vaak met certificaten doorstromen naar werk of naar een korte beroepsopleiding. Met persoonlijke aandacht, praktijkgericht leren en de juiste begeleiding bereiden we leerlingen voor op een succesvolle loopbaan. Alle leerlingen moeten een toelaatbaarheidsverklaring voor het praktijkonderwijs hebben. We vragen deze verklaring aan bij het samenwerkingsverband. De onderwijskundige structuur van het praktijkonderwijs is verdeeld in fasen.

FASE 1: EERSTE KLAS
Leerlingen van twaalf en dertien jaar starten in de eerste klas van het praktijkonderwijs. In deze fase werken we aan het zelfbeeld van de leerling. Hieronder verstaan we: zicht op capaciteit, interesses, waarden, eigen prestaties en eigen ontwikkeling. De nadruk in de AVO-vakken (algemeen vormend onderwijs) ligt op de aangepaste basisvorming en de relatie met de dagelijkse praktijk. Voor sommige leerlingen bestaat de mogelijkheid om in het eerste jaar naar de dakpanklas te gaan. Zij krijgen één jaar het programma van het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) aangeboden. Het lwoo is gericht op leerlingen die met extra begeleiding toch hun vmbo-diploma kunnen halen. Aan het eind van het eerste leerjaar wordt besloten of de leerling kan overstappen naar het lwoo.

FASE 2: TWEEDE KLAS
De tweede fase van het praktijkonderwijs is gericht op leerlingen van dertien en veertien jaar. In deze fase geven we zicht op beroepen en werk. Naast zichzelf leren kennen, maken we leerlingen bekend met de arbeidsmarkt en het soort werk dat ze kunnen gaan doen. Er wordt aandacht geschonken aan horizonverruiming, motieven om te werken en de werkomgeving. De AVO-vakken zijn een vervolg op fase 1. In dit jaar nemen we een assessment over stagegeschiktheid af.

FASE 3: DERDE KLAS
Leerlingen van veertien en vijftien jaar ontdekken onder andere via een korte stage welk werk bij hen past. Ze komen tot een branchekeuze. De AVO-vakken zijn een vervolg op fase 1 en 2 en staan in dienst van de beroepspraktijk of het dagelijkse leven.

FASE 4: VIERDE EN VIJFDE KLAS
In de vierde fase begeleiden we leerlingen van zestien tot en met achttien jaar op weg naar werk. De externe stage maakt deel uit van het lesprogramma. De stage wordt onderverdeeld in drie soorten:

  • oriënterende stage 
  • beroepsvoorbereidende stage
  • beroepsgerichte stage of plaatsingsstage.

In deze fase is er aandacht voor beroepsgerichte kennis en vaardigheden. Leerlingen die zich voorbereiden op een vervolgtraject op het mbo (BOL of BBL) krijgen modules van mbo-niveau 1. Naast de stage volgt de leerling vakken die aansluiten op de gekozen richting. Het vijfde jaar wordt afgesloten met het landelijk erkende diploma praktijkonderwijs. Dit wordt uitgereikt aan leerlingen die door middel van hun portfolio kunnen aantonen voldoende te hebben gescoord op de vakken Nederlands, rekenen en burgerschap, certificaten en werkstukken hebben verzameld, hun stages goed hebben doorlopen en een eindgesprek met goed gevolg hebben gevoerd. Ook wordt er gekeken naar voldoende aanwezigheid. Het examenreglement ligt ter inzage bij de administratie van het praktijkonderwijs. Tenslotte volgt er plaatsing op de arbeidsmarkt of wordt gekozen voor een doorgaande leerroute via een beroepsopleiding. Een combinatie van beide (BOL/BBL) is ook mogelijk. In de vijfde klas is er de mogelijkheid om een Entree-diploma en toelatingsbewijs voor mbo-opleidingen niveau 2 te halen.

FASE 5: NAZORG
Ook nadat leerlingen het praktijkonderwijs verlaten, kunnen ze op onze hulp rekenen. We volgen de leerlingen twee jaar na hun schoolverlaten. Daarnaast kunnen oud-leerlingen iedere dinsdagavond terecht bij de avondschool. Zij kunnen dan begeleiding krijgen bij een vervolgopleiding of cursus.

Vakken

In het eerste leerjaar van het praktijkonderwijs streven we naar een verdeling van 50% praktijklessen en 50% theorielessen. Het basisprogramma wordt in de stamgroep aangeboden. Daarnaast heeft de leerling al in de onderbouw tijdens de keuze-uren de mogelijkheid om groepsdoorbroken vakken te volgen, waarbij belangstelling en interesse uitgangspunt zijn. Vanaf het tweede leerjaar werken de leerlingen aan hun arbeidsvaardig- heden in het arbeidtrainingscentrum (ATC).

ARBEIDSTRAININGSCENTRUM

Het ATC is een ‘echt’ bedrijf in de school. Leerlingen werken hier voor bedrijven uit de omgeving en doen bijvoorbeeld inpak- of magazijnwerkzaamheden. In het ATC ontdekken zij hoe het er bij een bedrijf aan toe gaat. Zo leren ze bijvoorbeeld om op tijd te komen en hoe ze moeten omgaan met een baas en collega’s. 

THEORIEVAKKEN

De theorievakken zijn: godsdienst, Nederlands, rekenen/wiskunde, informatiekunde, cultuur en maatschappij, praktijk en loopbaan, communicatie en sociale vaardigheden en Entree (voorbereiding op het mbo). 

PRAKTIJKVAKKEN

Leerlingen krijgen de volgende praktijkvakken: houtbewerking, metaalbewerking, huishoudkunde, beeldende vorming, verzorging, metselen, straten, groenvoorziening, bloemschikken, algemene technieken, seriematig werken, schilderen, technisch tekenen, stage, creatieve handvaardigheid en textiele werkvormen.

OVERIGE VAKKEN

Overige vakken zijn: vrijetijdsbesteding, bewegingsonderwijs, talentoriëntatie en buitenschools leren.

Individueel ontwikkelingsplan

In alle leerjaren werken we met een MOP (Mijn Ontwikkelings Plan). We gebruiken het MOP om samen met de leerling en de ouders doelen te stellen. Ook wordt hierin beschreven waarin een leerling goed is en aan welke vaardigheden hij moet werken. In het MOP geeft de leerling antwoord op vragen als: Wie ben ik en wat kan ik? Wat wil ik leren? Hoe kan ik dat bereiken? Welk beroep/werk interesseert mij? Samen met de leerling kijken we regelmatig hoe het met de doelstellingen gaat en wat ervoor nodig is om doelen te realiseren. Het MOP wordt ook gebruikt tijdens de leerlingbesprekingen en tijdens de mentor- en oudergesprekken.

Lestijden

In het praktijkonderwijs gelden de volgende lestijden:

LesuurTijd

1e

08.30 - 09.20 uur

2e

09.20 - 10.10 uur

Pauze

10.10 - 10.30 uur

3e

10.30 - 11.20 uur

4e

11.20 - 12.10 uur

Pauze

12.10 - 12.35 uur

5e

12.35 - 13.25 uur

6e

13.25 - 14.15 uur

7e

14.15 - 15.05 uur

Pauze

15.05 - 15.20 uur

8e

15.20 - 16.10 uur

Lessentabel

Praktijkonderwijs

Vak 1 pro 1 dakpan 2 pro 3 pro 4 pro 5 pro
gymnastiek 2 2 2 2 2 2
rots en water 1 1 1
Nederlands 3 3 3 2 2 1
rekenen 2 1 2 2 1 1
wiskunde 2
binask 1
godsdienst 1 1 1 1
praktijk en loopbaan
ICT 1 1
ICT/SWB 1
ICT/Engels 1
Engels 1 3
Engels/SWB 1
cuma 2 1
start werk en blijf veilig 1
leren loopbaan burgerschap 2 2
geschiedenis/aardrijkskunde 1
verzorging theorie 1
theorie 2
groen 2 2 2
techniek (hout) 2 2 2
beeldende vorming 2 2 2
koken 3 3 3
techniek (metaal) 2 2 2
talentoriëntatie 2 2 2
keuzeuur 2 2
keuze theorie 2
keuze praktijk 3
branche theorie horeca/theorie 1 1 1
branche praktijk 4 5 5
detail/SWB 1
ATC 3
ATC/stage 7
stage 16 24
coach 1 1 1 1 1 1
portfolio 1 1 1 1 1
mentorles 3 3 2 3
LOB 3 1
Entree 2
totaal 34 34 34 33 36 39

Activiteiten

PROJECTDAGEN

Leerlingen in de onderbouw sluiten het schooljaar af met projectdagen.

SPORTDAG

Jaarlijks is er in Hoogeveen een sportdag voor leerlingen van de praktijkscholen in Drenthe (leerjaar één tot en met drie). De gymleraren van de deelnemende scholen organiseren deze activiteit. Het doel hiervan is om leerlingen enthousiast te maken voor een sport, met daarbij de elementen van elkaar ontmoeten, competitie en teamvorming.

SCHOOLFEEST

Soms vindt er een feest of klassenavond plaats op de school. Hierbij zijn docenten aanwezig. Ouders/verzorgers worden hierover schriftelijk geïnformeerd.

LEERLINGENpanel

In ons praktijkonderwijs hebben we een leerlingenpanel, bestaande uit leerlingen uit iedere klas. Het doel is om op een informele manier in gesprek te gaan over het onderwijs en de betrokkenheid van de leerlingen bij de school te vergroten.

KUNSTCARROUSEL

In de verschillende leerjaren nemen de leerlingen onder andere via excursies en evenementen deel aan allerlei culturele activiteiten.

PROJECTEN

Incidenteel vinden er projecten plaats die inspelen op de actualiteit. Het thema van zo’n project kan bijvoorbeeld oorlog of vreemdelingenhaat/racisme zijn. Soms wordt er naar aanleiding van een project een excursie georganiseerd.